BN’ers
Misschien was het toeval dat het kabinet op één dag twee beslissingen
nam die verband houden met acties van bekende Nederlanders. Gisteren
werd bekend dat de aardgasproductie in Groningen met tien procent
omlaag gaat en dat er 200 miljoen euro extra naar verpleeghuiszorg gaat.
Cabaretier Freek de Jonge heeft zich de laatste maanden opgeworpen
als het boegbeeld van de Groningers die gedupeerd zijn door de
aardgaswinning. Schrijver, columnist en TV-commentator Hugo Borst is
de BN’er die zich hard maakt voor een betere verpleeghuiszorg.
Ze zijn beiden nauw bij hun onderwerp betrokken. De Jonge woonde
lange tijd in Groningen en Borst zag hoe zijn moeder tekort werd gedaan
in een verpleeghuis. Vanuit die betrokkenheid gingen ze de barricaden op.
Het is de vraag of de kabinetsbeslissingen van gisteren op het conto van
beide BN’ers geschreven kan worden, maar het zal vast een beetje
geholpen hebben dat zij dankzij hun status zoveel aandacht hebben
weten te genereren voor grote problemen.
Cabaretier Herman Finkers probeert nu de injectie van afvalwater in
de Twentse bodem te stoppen. Dat is een wat minder aansprekend
onderwerp dan verpleeghuizen en Groningse aardbevingen, maar Finkers
heeft in ieder geval al één keer De Wereld Draait Door gehaald en dat is
een flink podium.
De vraag is of de intellectuele voorhoede van ons land zich op deze manier
moet opwerpen. In schrijverskringen worden die discussies regelmatig
gevoerd. De ene schrijver ziet voor zichzelf wel een taak, de andere schrijver
wil gewoon schrijven.
Hoe dan ook zijn de acties van De Jonge, Borst en Finkers te prijzen. BN’ers
kunnen enorm veel aandacht genereren en bewegingen op gang brengen, mits
zij zelf onbaatzuchtig zijn. Grote problemen in ons land moet je niet overlaten
aan mensen die via social media volksbewegingen creëren maar geen
oplossingen hebben.
BN’ers kunnen soms ook veel beter dan politieke partijen bewegingen in gang
zetten omdat zij niet steeds naar de volgende verkiezingen hoeven kijken.
Harry Perton
19 april 2017 at 18:31
Nee Ab, een broek is in het Gronings geen boks, maar een boksem.
Met excuses dat ik je relaas nu onderuithaal.
Overigens heeft de figuur van de Groninger die ABN probeert te spreken in het verleden geleid tot het literaire karakter van mevrouw Slapsma Tiessens. Deze boerendochter voelt zich mijlenver verheven boven al dat platte, maar in haar taalgebruik schemert het aan alle kanten door. Zie voor een staaltje:
https://groninganus.wordpress.com/2008/03/19/slapsma-tiessens-op-fiedelsepee-bij-fongers/
Een vriendelijke groet vanuit het Groningse!
Laurent
20 april 2017 at 18:56
Merkwaardig, ook in het Limburgs is een broek zoiets als een boks. Moet toch een woord zijn dat zich over een groot deel der Lage Landen verspreid heeft.