Krimp, groei? Gooi maar in mijn pet 31 juli 2020

Economie is niet zo mijn ding. Ooit verbaasde ik me erover dat ik voor twee euro
per liter verdicchio dei castelli di jesi classico  mee kon nemen van en wijnboerderij
in Italië en ik die wijn een paar maanden later voor 18,50 euro per fles van
0,75 liter in een Nederlands restaurant tegen kwam.

Dat is nou economie, zei een collega tegen wie ik dat vertelde.

Iemand anders vertelde mij jaren geleden dat als je iets van economie wilt begrijpen,
je de geldstromen in de wereld moet volgen. Maar ja, hoe doe je dat?

Ik begon de website Follow the Money te volgen, die deden dat tenslotte al. Na een
paar jaar kwam ik voorzichtig tot de conclusie dat de wereld bestaat uit producenten
en consumenten met daartussen heel veel schakels die allemaal proberen zoveel
mogelijk geld te verdienen.

Tweede voorzichtige conclusie: op het moment dat de overheid iets aan de markt
overlaat staan er mensen op die al dan niet met de juiste kwalificaties proberen
zoveel mogelijk geld aan de zorg te verdienen. Ik leerde ook dat aandeelhouders
de belangrijkste soort onder de wereldbevolking is.

Ondanks al dat lezen begrijp ik nog steeds weinig van economie. Ik lees nu dat in
alle landen de economie krimpt. Dat vind ik op zich al een ingewikkeld begrip.
Bij krimpen denk ik toch vooral aan te heet gewassen kleding of een duik in ijskoud
water. Een economie die krimpt is voor mij te abstract zolang de schrijver van een
artikel over dat onderwerp niet vertelt wat dat voor mij betekent. Dat doen
ze meestal niet.

Ik denk in mijn economisch onbenul dat ik bij economische krimp armer word.
En niet alleen ik, maar met mij alle andere mensen behalve de aandeelhouders. Dat
gewone mensen als ik armer worden kan ik dan weer niet rijmen met een artikel
dat ik las en waarboven de kop stond: Detailhandel beleeft grootste groei in 14 jaar.
Ik kan het overigens ook niet rijmen met mijn bankrekening.

De verkoop van voedings- en genotsmiddelen steeg het meest. Vorige week maakte ik
zelf nog een berichtje over het feit dat Sligro – tot verbazing van de CEO – de verkoop
van rookwaren explosief had zien stijgen. Voedings- en genotsmiddelen snap ik wel.

Wat we eerder in de kroeg en in restaurants uitgaven geven we nu uit bij de slijter en
de supermarkt. Rookwaren snap ik dan weer minder. Die zijn tegenwoordig zo goed
verstopt in de supermarkt dat ik het al een wonder vind dat iemand ze kan vinden.
Schijnbaar helpt dat wegstoppen niet.

Ook lees ik dat het in de koopgoten van Rotterdam en Amsterdam zo druk is dat daar
misschien wel mondkapjes verplicht worden.

We klitten ondanks de coronadreiging dus weer meer bij elkaar, we geven nog steeds
het meeste geld uit aan voedings- en genotsmiddelen. We roken meer. We worden niet
armer, we worden dommer.

Maar goed, ik kan er helemaal naast zitten. Ik zeg al: economie is niet zo mijn ding.

  1. Jan Jaap (reply)

    2 augustus 2020 at 14:59

    Als de economie krimpt worden er mensen werkloos, stijgen daardoor de kosten aan uitkeringen, huurtoeslag e.d.
    Als de economie krimpt is er minder forensenverkeer doordat er minder werk is, krijgt het milieu een beetje lucht en is de aanslag op grondstoffen en andere schaarse goederen minder.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Mannen, willen jullie rekening houden met ons poessie 29 juli 2020

 

Opeens lees je het overal. Het geklaag over geluidsoverlast door motoren. Lang voordat de
eerste actiegroepen tegen die overlast aandacht in de media kregen horen wij al mannen die
op het kruispunt tegenover onze woonstee alvast de motor laten gieren voordat ze weg kunnen
spuiten. Of mannen die hun motoren niet goedmoedig laten pruttelen maar laten knetteren.

Op het moment dat de verkeerlichten op groen gaan spint de eerste groep weg met een snelheid
waarvan ik altijd denk: je moet toch wel heel moedig zijn om zo hard op een drukke weg te
durven rijden. Het duurt seconden voordat het hoge gieren is weggestorven.

De tweede groep gaat iets minder hard, maar met meer geluid. Vroeger deed het gepruttel
van een Harley zelfs mijn hart sneller kloppen, nu lijkt het alsof zich op het kruispunt een oorlog
afspeelt.  Ramen rinkelen en horen en zien vergaan. De kat vliegt meermaals per dag in de gordijnen.

Het valt meer mensen op, want de laatste tijd lees ik in de media steeds vaker verhalen
over actiegroepen die dit geweld helemaal zat zijn.

Nog niet zo lang geleden stond er een noodkreet van een meneer in de lokale krant over
die herrieschoppers die verzamelen bij een natuurgebied in de stad om vandaar een de
helletocht te beginnen.

Mijn vrouw zat laatst op een plein in het centrum dat omzoomd wordt door terrassen. Plotseling
verschenen daar twee motorduivels die op dat voor motoren verboden terrein heen en weer reden.
Het geluid van hun motoren overstemde elk gesprek. Mijn vrouw noemde dat intimiderend en
ze vertelde dat je de angst onder de terrasbezoekers door de trillingen van de motoren heen kon voelen.

De Partij voor de Dieren in Brabant heeft er nu vragen over gesteld. Want de partij heeft
geconstateerd dat de motorjongens een weg nabij een stiltegebied in de Biesbosch hebben ontdekt
alwaar zij voor extreme geluidsoverlast zorgen.

De signalen zijn alles bij elkaar te talrijk om van een incident te spreken. Het is een trend. Maar
waar komt die vandaan?

Het wordt tijd voor elektrische motoren hoorde ik laatst iemand zeggen. Iemand anders wuifde dat
weg met het argument dat voor deze categorie motorrijders de herrie belangrijker is dan het
genot van motorrijden.

Ik heb wel eens gelezen dat die bebaarde motorrijders met hun rijk gedecoreerde leren jacks
van zichzelf vinden dat ze van binnen heel lief en sensitief zijn. Welaan mannen, hou dan
rekening met ons poessie.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Het ene kind is het andere niet 28 juli 2020

Het bos achter ons huis, waar ik een aantal keren per week loop om de confrontatie met de
weegschaal te kunnen blijven winnen, is ’s avonds meestal uitgestorven.

Deze week kruiste mij in een gedeelte dat bestaat uit smalle paadjes en dat dus sowieso door de
meeste mensen wordt gemeden, een jongetje van een jaar of tien. Hij reed op een onbestendig
door een motortje aangedreven voertuig. Het leek op een skelter.

Hij sloeg het pad in naar het villapark aan de rand van het bos. Zo’n park met villa’s waarvan je
denkt, zitten daar echt wielen onder? Op de kruising stopte hij. Hij richtte zijn te dikke lijfje op,
draaide zich half om in mijn richting en schreeuwde keihard: homo!!!

Ik kan nu schrijven dat ik om me heen keek om te zien of hij het tegen iemand anders had (een
veelgebruikt trucje), maar dan zou ik mijn eigen verhaal geweld aan doen, want ik heb net
geschreven dat het bos uitgestorven was.

Hij bleef uitdagend staan en riep nog een keer: homo!!!  Ik besloot stug door te lopen. Je kunt
achter hem aan gaan om hem te corrigeren, maar hij was met zijn apparaat veel sneller dus op
het moment dat ik hem zou hebben bereikt was hij al veilig achter het hek bij zijn familie.

Het voorvalletje zou me misschien niet eens zijn bijgebleven als ik niet gisteravond tijdens een
ander rondje, dat ten dele door een woonwijk gaat, een heel andere ontmoeting had. Uit een
oprit, vanachter een rij coniferen kwam een mij onbekend jongetje van een jaar of tien met
een hondje. Hij keek me aan en zei: “Dag meneer, hoe gaat het met u?”

“Uitstekend”, zei ik, “en met jou?”

“Heel goed”, zei hij.

Daar was ik blij om, want hoeveel kinderen zijn niet chagrijnig als ze na het eten
de hond moeten uitlaten.

  1. Carin (reply)

    28 juli 2020 at 16:14

    Geweldige beschouwing van het dagelijks leven Jan 😉

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Corona en luchtkwaliteit: heb nou eens geduld . . . 26 juli 2020

Als er ooit een moment komt dat we het coronavirus definitief hebben overwonnen, dan zal
het nog jaren gaan over de vraag of er een verband is tussen het hoge aantal slachtoffers in
vooral Noordoost-Brabant en de luchtkwaliteit.

Het gaat er nu al over en wetenschappers komen al met rapporten. Het Eindhovens Dagblad
opende enige tijd geleden de voorpagina met een onderzoek van Harvard-professoren. Dit
was wat de krant schreef: Britse onderzoekers vergeleken de coronastatistieken van alle
Nederlandse gemeenten met de hoeveelheid fijnstof in de lucht. Daarbij brachten ze correcties
aan voor zo’n twintig factoren die het beeld zouden kunnen vertroebelen. Toch kwam er een
sterk statistisch verband boven.

Dit weekend komt epidemioloog Lidwien Smit in dezelfde krant aan het woord. De krant zegt
dat er bijna niemand is die de lucht boven Brabant zo goed kent als Lidwien Smit. De kop boven
het artikel is veelzeggend: Epidemioloog Lidwien Smit over relatie tussen corona en
luchtkwaliteit: ‘knallende effecten bestaan niet’.

Kortom we weten niks. Daarom wordt er een grootschalig onderzoek gestart dat jaren kan duren.
Ondertussen wordt de suggestie gewekt dat de slechte luchtkwaliteit wordt veroorzaakt door
veehouderijen. De vraag is wie die suggestie wekt. De mensen die hebben vastgesteld dat er veel
coronaslachtoffers zijn in hetzelfde gebied als waar de meeste Q-koortsslachtoffers vielen, hebben
nooit beweerd dat er een oorzakelijk verband is. Juist niet, daarom komt er een onderzoek.

Ik snap het wel, iedereen wil snel antwoorden, want dat betekent dat je aan oplossingen kunt gaan
werken. Maar dit is wel een heel complex probleem. Noordoost-Brabant heeft niet alleen veel
veehouderijen, er speelt veel meer.

Het gebied ligt ten noorden van de A67, dat is de weg die de haven van Antwerpen met het Ruhrgebied
verbindt. Sinds de Europese eenwording gaat die verbinding tot diep in het oosten van Europa. Soms
moet ik over de A67 en ik kan u verzekeren dat je dan in één langgerekte file van vrachtwagens rijdt.
Bij zuidwestenwind (en die hebben we nogal eens) waait alles wat ze uitstoten naar het noordoosten,
inderdaad Noordoost-Brabant.

Ten westen van het gebied ligt de A2, een van de drukste snelwegen van Nederland. Bij westenwind
waait alles wat dat verkeer uitstoot . . . U raadt het al.

Ten zuidwesten van Noordoost-Brabant ligt één van de drukste luchthavens van Nederland: Eindhoven
Airport. Dan hebben we het nog niet over de A50. Die loopt grotendeels door het gebied dat zwaar is
getroffen door corona. Ik rij er (te) veel over. Toen die net klaar was, was er eindelijk een snelweg in Brabant
waar je eens gewoon door kon rijden. Daar hoef je nu niet meer om te komen.

Dan is er ook nog de A58 ten westen van het getroffen gebied. Volgens mij staat die in elke rijtje met
meest filegevoelige snelwegen.

Ik heb geen antwoord op de vraag of er een verband is tussen luchtkwaliteit en corona. Laat staan
dat ik weet wie dan verantwoordelijk is voor de vervuiling van de lucht. Het enige wat ik zeker weet is
dat op het moment dat de coronacrisis op z’n hevigst was en heel Nederland platlag er tussen mijn
raam en de skyline van Eindhoven geen waas hing.

Ik ben het eens met mevrouw Smit waar ze zegt: “Dat soort onderzoeken zullen grondig moeten
plaatsvinden. Discussies over luchtkwaliteit zul je met nuance moeten voeren. Het is nodig om iets
aan slechte lucht te doen,
maar onze uitstoot wordt niet nul. Er zijn altijd risico’s, of het nu een stal
is of een snelweg.”

En dat kost tijd.

  1. Frits (reply)

    26 juli 2020 at 14:44

    Ja Jan, je maakt een punt. Je moet bij een diepgravend onderzoek uiteraard alle actoren meten. Dat zijn er in dit geval veel, leeftijd, inkomen, rokers et cetera. Dus logisch dat je in jouw column niet op alles kan inzoomen. Maar bij het thema luchtkwaliteit alleen fijnstof te benoemen door uitstoot van auto’s en vliegtuigen is wat iel. De concentratie amoniak is minstens net zo bepalend voor de luchtkwaliteit. Amoniak wordt niet uitgestoten door verkeer maar grotendeels door intensieve veehouderijen. En zoals je ongetwijfeld weet, worden door blootstelling aan amoniak de luchtwegen verzwakt waardoor ze bevattelijker zijn voor virusinfecties zoals, juist ja, het coronavirus. We weten er alles van in Zuidoost-Brabant…
    Nog een fijne zondag, groet Frits

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gun het CDA nou dat democratische feestje 16 juli 2020

Er was een wedstrijd om het leiderschap van het CDA. Hugo de Jonge
won die nipt in een wat zich liet aanzien als een democratische
verkiezing. Over tot de orde van de dag zou je denken.

Wat mij verbaast is dat een aantal journalisten dit feestje van de
democratie proberen te verstieren. Ik lees dat De Jonge een krap mandaat
heeft en dat Omtzigt de morele winnaar is.

Dat eerste vind ik een tamelijk domme gedachte. Dat mensen op Omtzigt
stemden omdat er wat te kiezen was wil niet zeggen dat ze per se tegen
De Jonge zijn. Hooguit hebben ze met hun stem op Omtzigt een
signaal afgegeven.

Blijkbaar vinden sommigen het beter het krappe mandaat in te wrijven,
want dat betekent zout in de wonde, mogelijk zelfs reuring en uiteindelijk
de volgende dag weer een verhaal, zodat je de tijd tussen deze verkiezing
en de het boerenprotest in een redelijke staat van opwinding kunt
doorbrengen.Reuring is nou eenmaal de drug die ons gaande houdt.

Waarom is Omtzigt de morele winnaar? Hij deed het goed en dat heeft hij
te danken aan zijn werk als Kamerlid. Maar uiteindelijk kreeg hij ook
de hulp van Mona Keijzer die haar kiezers oproep hun stem dan
maar aan Omtzigt te geven.

Bovendien kreeg hij de steun van Wopke Hoekstra die zelf niet aan
de strijd mee wilde doen maar wel toezegde onder Omtzigt
minister-president te willen worden.

De Jonge kreeg die openlijke steun niet. Hij moest het doen met
een duwtje in de rug van de partijtop. Meneer Ploum voorop.
Dezelfde meneer Ploum die de Brabantse CDA in de varkensstront
liet zakken toen er gesproken werd over samenwerking met Forum voor
Democratie. Toen dat beklonken was riep hij als eerste dat hij
landelijk nooit met die partij zou samenwerken. Met zo’n vriend
heb je als Brabantse CDA geen vijand meer nodig.

En wat moet De Jonge met zo’n makker achter zich? Kijk, mij
maakt het niks uit wie de lijsttrekker van het CDA wordt, waar ik
mij aan stoor is als ze een keer – zij het met een beetje horten en
stoten – iets tot een fatsoenlijk einde brengen er vakgenoten zijn die
dat proberen te verpesten.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Al die oprechtheid in de Brabantse politiek . . . . 17 mei 2020

Het ging er snoeihard aan toe, afgelopen vrijdag in het Brabantse parlement. Daar werd de
nieuwe coalitie van VVD, Forum voor Democratie, CDA en Lokaal Brabant geïnstalleerd. De
nieuwe linkse oppositie, – die dag uit het centrum van de macht verdreven  – beukte hard op de
opvolgers in. Vooral VVD en Forum kregen het te verduren.

De VVD soms meer nog dan Forum. Links verweet de liberalen op slinkse wijze de macht te
hebben gegrepen. Forum, CDA en Lokaal Brabant zijn volgens de SP slechts spinnende poesjes
op schoot van de VVD. Wat Forum en Lokaal betreft is zo’n opmerking te begrijpen. Forum
mag de kroonjuwelen inbrengen: het correctief referendum en kernenergie. Twee doelen
die niet haalbaar lijken. De nieuwe Lokaal-gedeputeerde mag met de culturele sector moeilijke
gesprekken gaan voeren over bezuinigingen.

Opeens werd vrijdag voor iedereen duidelijk wat de informateurs begin dit jaar bedoelden
met hun opmerking dat de verhoudingen verstoord zijn. Verziekt is een beter woord.

De VVD wordt verweten het eigen verkiezingsprogramma op een handige manier omgebogen
te hebben tot een bestuursakkoord. Die twee documenten lijken op elkaar en het is overduidelijk
dat de VVD-onderhandelaars het goed hebben gedaan. Maar dat is hun werk. Daarom hebben
zoveel mensen in Brabant op die partij gestemd.

Vrijdag werd door links vooral de indruk gewekt dat de liberalen een vies spelletje hebben
gespeeld. Zo spinnen politici. Als je er van enige afstand naar kijkt dan zie dat door die verziekte
verhoudingen bepaalde coalities totaal onmogelijk waren geworden. Brabant dreigde
onbestuurbaar te worden en het was aan de VVD om het schip vlot te trekken. Die partij heeft
in alle oprechtheid geprobeerd dat te doen. En ja, dat kon omdat de nieuwe vrienden wel mee bogen.

Aan de andere kant staat een linkse oppositie die met evenveel oprechtheid bang is dat natuur,
milieu en cultuur zullen worden gesloopt. En die ook oprecht bang is voor de invloed van het
Forum van Thierry Baudet, die door sommige mensen wordt verweten dat hij racistische
uitspraken doet en aanschurkt tegen extreemrechts. Er zijn ter linkerzijde mensen die bang zijn
dat Baudet zoveel macht zal krijgen dat we in Nederland Hongaarse toestanden krijgen met een
geknevelde pers en een geknevelde rechterlijke macht. Die angst wordt ter rechterzijde
onderschat.

Het gevaar bestaat nu dat de verkiezingscampagne (de volgende provinciale verkiezingen zijn
over drie jaar) in Brabant nog eerder begint dan normaal. Dat is leuk voor de koppenmakers
van de media maar als gewone Brabander heb je daar niks aan.

Er is nog een andere kwestie. Onder aanvoering van D66 werd een motie ingediend waarin de
Statenleden werd gevraagd afstand te nemen van een rijtje omstreden uitspraken van Thierry
Baudet. Die haalde geen meerderheid.

Dat had niks te maken met het feit dat bijvoorbeeld VVD, CDA en Lokaal Brabant het met
die uitspraken eens waren. Integendeel. Maar ze wilden de landelijke politici nadrukkelijk buiten
het Brabantse provinciehuis houden. Dat is heel begrijpelijk. Brabant is Brabant, wij doen hier
al ons leven lang ons eigen ding.

Maar ik vind het naïef te denken dat dat gaat lukken. Er zijn oprecht mensen die denken dat
met het binnenhalen van Forum de poort is opengezet naar een Nederland waar racisten en
rechts-extremisten het voor het zeggen zullen krijgen. Mensen die oprecht bang zijn dat het
spinnende poesje de klauwen zal uitslaan.  Ook al zijn de Brabantse Forumbestuurders nog zo aardig
en meegaand en oprecht in hun bedoeling de gewone Brabanders een stem te geven.

Zolang hun leider dingen zal roepen waar een groot deel van de Nederlanders van gruwt zal de
echo daarvan weerklinken in de Brabantse Statenzaal. Forum in Brabant zal drie jaar lang onder
het vergrootglas van links en de media liggen. Voortdurend zullen de Forum-politici bevraagd worden
als Baudet iets roept. Voortdurend zullen de drie andere coalitiepartijen bevraagd worden. Dat is
misschien niet terecht, maar wel onontkoombaar.

Nou ja, behalve als de coalitie over driekwartjaar (als de meeste voornemens in beleidsplannen
zijn omgezet) lekker loopt en Forum successen boekt en besluit echt afstand te nemen van Baudet en op eigen
kracht verder gaat. Ik verwacht het niet want je neemt niet zomaar afstand van een goed bruikbaar stemmenkanon,
maar het zou mij allemaal niet verbazen.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Dan denk in aan Brabant met z’n vele gezichten 1 mei 2020

Toen ik ruim dertig jaar geleden in Brabant begon als journalist waren mijn toenmalige collega’s
mijn eerste referentiekader. Er vielen mij twee dingen op. Er werd veel kwaadgesproken over
elkaar en er werd met afgunst gekeken naar de Randstad. Zoveel dat ik in die eerste weken mijzelf
regelmatig afvroeg of ik er verstandig aan had gedaan af te zakken naar beneden de grote rivieren.

Naarmate ik buiten die studio meer Brabanders leerde kennen kantelde mijn beeld. Ik
ontmoette zelfbewuste, grappige, creatieve, bevlogen en ondernemende mensen. Eén van de
mooie kanten van journalistiek is dat je heel veel verschillende mensen spreekt en dat de
burgemeester terugbelt als je daar om vraagt, maar dat terzijde. De boven de rivieren veelgeroemde
gastvrijheid bleek voor een deel eigenbelang. Ik doe iets voor jou, jij doet is voor mij. Brabantse
gastvrijheid heeft een prijs. Ik vond het prima.

De verontwaardigde berichten over weer een subsidie voor een Randstedelijke instelling die wij
verspreidden, bleken buiten de studio met schouderophalen te worden ontvangen. Het cultiveren
van het calimerogevoel bleek een journalistendingetje. Wij geen steun uit Den Haag? Dan lossen we
het toch zelf op.  We doen het zelf, we doen het samen. We doen het als Brabanders onder mekaar.
Dat was wat ik op straat en in mijn nieuwe vriendenkring tegenkwam.

Die mentaliteit heeft twee kanten. Enerzijds is zuidoost Brabant de economische motor van ons land
(lange neus tegen de Randstad) en zijn wij de sportprovincie van het land, anderzijds zijn wij het
drugslab van Europa en is Oost-Brabant is epicentrum van de stikstofvervuiling en de
coronaepidemie. Er wordt nu onderzocht of er tussen die laatste twee dingen een verband is.

Ook in de Brabantse politiek zijn al die Brabanders van verschillend pluimage altijd samen
opgetrokken. Ze namen, ze gaven, ze overvroegen, ze proefden elkaars nieren, prikten, maar
altijd samen. Links en rechts.

Toen ik als politiek duider donderdag in de uitzending van Omroep Brabant TV de vraag kreeg
voorgelegd of ik vond dat met het college van de drie grootste partijen VVD, CDA en Forum voor
Democratie, aangevuld met Lokaal Brabant, recht was gedaan aan de verkiezingsuitslag, heb ik ja
gezegd. Getalsmatig is dat zo. Hoewel de helft plus één wel de meest basale uitleg van het begrip
democratie is.

Want wie vertegenwoordigt nu de gematigde liberalen, de progressieven, de milieuridders, de
bibelbelt van Heusden en Altena, Rupchen (het laatste PVV-bolwerk), de dierenknuffelaars?
De helft min één dus?

Doet dit rechtse college recht aan de verkiezingsuitslag? Formeel wel. Doet dit college recht aan het Brabant
met z’n vele gezichten waar ik van ben gaan houden? Nee.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Ik weet het nu zeker: boeren hebben het zwaar [FILMPJE] 7 maart 2020

De boeren houden het Brabantse journaille nogal bezig de laatste jaren. We schrijven er veel over.
Over hoe moeilijk die boeren het hebben, over hoe sommige boeren schijt hebben aan alles,
over hoe de meeste boeren van goede wil zijn en over de tractoren waarmee ze protesteren.

Als journalist probeer je je altijd zo goed mogelijk in te leven. Dat valt niet mee als de enige link
die je hebt met een boer je opa is die melkboer was met één paardje. In mijn jeugd verdiende ik
bij met kersenplukken en ik ben door mijn  eerste meisje ontmaagd op de boerderij van haar
vader. Maar daarmee begrijp je nog niets van het boerenleven anno 2020.

Daarom heb ik vandaag een paar lessen gevolgd. Aan het eind van de rit stonden de blaren op
mijn handen, mijn toch al gemankeerde heupen moesten terug op hun plaats geduwd worden
en mijn rug zal eerder dan gepland onder handen genomen moeten worden door
fysiotherapeute Lotte.

Ik weet het nu zeker: boeren hebben het zwaar.

 

Het filmpje is gemaakt door Omroep Meierij-collega Jan van Oort.

 

  1. Wieneke (reply)

    9 maart 2020 at 18:50

    Erg knap gedaan voor een beginneling. Alles is lastig en moeilijk als je het voor het eerst doet. Later lach je erom en doe je hetzelfde zonder er een seconde over na te denken.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

De nieuwe politieke werkelijkheid in Brabant 6 maart 2020

Forum voor Democratie wil het vermeende partijkartel in Nederland omverwerpen.
Er waren mensen die bij de komst van de deze beweging visioenen kregen van een
bloedige revolutie. Niet in de laatste plaats omdat leider Thierry Baudet woorden
sprak die werden uitgelegd als het streven naar een blanke suprematie. Woorden die
voor een groot deel van de mensen klonken als: weg met de kleurlingen.

Vooralsnog trekken de aanhangers van Forum niet brandschattend door de straten.
Integendeel. In Limburg en nu ook in mijn eigen provincie Brabant voltrekt zich een
nieuwe politieke werkelijkheid. Geen bloedige, maar een fluwelen revolutie.

In Brabant onderhandelen VVD, CDA, FvD en Lokaal Brabant over een nieuwe coalitie.
De partijen leggen in zo’n geval hun wensenlijstjes naast elkaar en beginnen dan te
onderhandelen. Geven en nemen net zolang tot er een compromis is dat dankzij
taalvaardige spindoctors aan de achterban kan worden uitgelegd.

Nu er een partij aan tafel zit die wordt versleten voor een extreemrechtse beweging gaat
het in het zuiden van Nederland heel anders. Na Limburg hebben nu ook de beoogde
Brabantse coalitiepartijen eerst een lijstje met normen en waarden opgesteld. Een meetlat
waarlangs zij Brabant gaan besturen. Een soort tien geboden, zo van: ge zult niet stelen,
ge zult niet moorden en ge blijft van de buurvrouw af.

De deelname van Forum aan de onderhandelingen heeft er dus toe geleid dat de partijen
vooraf afspreken dat ze zich fatsoenlijk zullen gedragen en alles zullen doen om het belang
van ons, Brabanders, zo goed mogelijk te behartigen. De klimaatontkenners van Forum
hebben er zelfs voor getekend dat ze de klimaatakkoorden zullen uitvoeren. In een provincie
met z’n tientallen Q-koortsslachtoffers en verstikkende stikstofuitstoot was dat ook wel het
minste wat Forum kon doen. Overigens staat er in dezelfde regel wel een voorbehoud. Die
akkoorden moeten dan wel betaalbaar zijn en draagvlak hebben.

Het is wel opvallend dat partijen tevoren zulke afspraken maken. Welbeschouwd is het een
open deur van jewelste en vraag je je af waarom dat niet altijd en bij elke coalitievorming is
gebeurd. Vermoedelijk gebeurde dat niet omdat iedereen er altijd voetstoots van uit ging
dat het in een versnipperd democratisch land logisch is dat je ook de mensen wier partij
niet meeregeert fatsoenlijk behandelt. Het lijkt erop dat met de komst van Forum die
vanzelfsprekendheid er niet meer is. Je moet het nu op papier zetten, zoals ook Mozes de
tien geboden vastlegde.

Forum dendert dus niet met stampende laarzen de bestuurskamers binnen. Forum sluipt
met zalvende teksten binnen, geheel in de stijl van de welbespraakte voorman Thierry Baudet.
Het partijkartel wordt niet omvergeworpen maar van binnen uitgehold. Heel voorzichtig en
heel fatsoenlijk.

  1. Jan de Jong (reply)

    7 maart 2020 at 09:49

    Toeval bestaat niet.
    VVD en CDA willen samenwerken met FvD.
    Het Coranavirus slaat uitgerekend in Brabant onverbiddellijk toe.

    …wie straft er ook alweer onmiddellijk…

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Vocalies: ‘Cosí fan tutte’ 2 maart 2020

In Gent en Antwerpen gaat in april en mei Mozart’s ‘Cosí fan tutte’ weer eens. Sommigen
zeggen Mozart’s beste, de opera waar handeling en aria’s en thematiek het meest evenwichtig
op elkaar afgestemd zijn. Ik vind het altijd moeilijk ‘de beste’ te zoeken; ik vind in iedere
Mozart, Puccini en Verdi zaken die ik ‘mwah’ vind en zaken waar ik opgetogen van wordt.

Verdi’s ‘La Traviata’ bijvoorbeeld: ik roep altijd dat ik niet hou van rollen waarin de diva
in wanhoop de rug van de hand tegen het voorhoofd legt en het slachtoffer is- doe mij
maar een diva die de tenor om zijn oren draait – maar als Violetta dat doet, met die
prachtige aria’s en duetten en finales, dan ben ik óm en eindigt voor mij iedere La
Traviata in tranen.

Ik hou het voor deze blog bij één voorbeeld, anders wordt het te lang.

Mozart’s ‘Cosí’ dus. Opera Gent schrijft: ‘Zoek twee onafscheidelijke liefdesparen.
Stuur de mannen naar de oorlog – maar niet heus. Laat ze vermomd terugkeren en elkaars
geliefde verleiden. Wedden dat het lukt? Nee, dit is geen trailer voor een zoveelste reality
show, maar de centrale opzet van Così fan tutte, de laatste samenwerking tussen
Lorenzo Da Ponte en Wolfgang Amadeus Mozart.’
Knap: de plot in een paar korte zinnen gevangen.

Over Cosí ging het hier nogal eens: er is bijna geen opera die zich zo goed leent voor
moderne ensceneringen, die zo universeel van thematiek is dat je er alle kanten mee uit
kunt en als je besluit het op de ‘oorspronkelijke’ manier te doen, dan is het ook goed.

Ik zag ‘m al in allerlei settingen: in Tourcoing begon het trio tussen Don Alfonso,
Gugielmo en Ferrando in een sauna; ik zat ‘strategisch’ aan de linkerkant op het tweede
balkon te hopen dat de handdoeken af zouden glijden, alle drie de mannen waren
geweldige zangers en mooie mannen, maar het gebeurde niet…

In het stokoude theater Confidencen in Stockholm, deden ze ‘m in het Zweeds en met
tropische temperaturen; beiden werkten vervreemdend, maar ik was toch zodanig geboeid
dat ik vergat dat het bijna 40 graden in de zaal was (in de 18de eeuw hadden ze nog
niet van airco gehoord).

En er was een setting, ik weet niet meer waar, waar de dames Fiordiligi en Dorabella
hun duet op het strand zongen, elkaar insmerend met zonnebrand en op een mobieltje
de portretten van hun gelieven tonend (een tamelijk gevaarlijke combi voor je mobiel
trouwens: zonnebrand en zand, maar dit terzijde).

En allemaal kon het en klopte het: Mozart’s structuren en pointes bleven intact; het
beste bewijs dat zijn Cosí van alle tijden is en ijzersterk.

Dus kort en goed: ga naar Gent of Antwerpen (hieronder vindt u een korte speellijst).
Kweenie welke van de twee steden ik het leukste vind; in Antwerpen kunt u lekker veel
Rubens zien, een paar geweldige restaurants bezoeken en in Gent kunt u mooi nog
even naar het prachtig gerestaureerde Lam Gods in de Sint Baafs Kathedraal gaan
kijken en ook daar is het goed toeven op terrassen en in restaurants.

Gent: 23 en 30 april en 3 mei (de andere voorstellingen zijn uitverkocht en het gaat hard!)
Antwerpen: 9, 12,14, 16, 20, 22 en 24 mei.

In het filmpje het wonderschone ‘Soave sia il vento’, ook al multi-inzetbaar door
zijn universele tekst. Maar pas op: hou het zuiver!

 

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *