Van teststraat naar teststraat 8 september 2020

Het vertrouwen in de overheid daalt als het gaat om de aanpak van de coronacrisis.
Ik zit nog steeds op de lijn van premier Mark Rutte. We vechten tegen een
onzichtbare vijand en dus is er voortdurend sprake van voortschrijdend inzicht.
Dat vraagt steeds om nieuwe aanpassingen en dat kan er chaotisch uit zien.

Dat neemt niet weg dat ik vind dat het op sommige punten een puinhoop is, die
volgens mij terug te voeren is op de marktwerking in de zorg en de versnippering
van de GGD’en.

Ik teken het uit, want in mijn omgeving zijn al meerdere vrienden en bekenden
naar de coronateststraat gegaan omdat ze een snotneus hadden. Gelukkig had geen
van hen corona. Wat ik zie is dit. Iemand uit Eindhoven moest naar Heeze om zich
te laten testen. Iemand uit Heeze is verwezen naar de teststraat in Uden. Iemand
uit Cranendonck moest zich melden in Urmond. Er zijn door deze mensen wat
kilometers afgelegd de laatste weken.

Schijnbaar is er een heel gesleep met mensen die lichte verschijnselen hebben en
die het virus onder de leden zouden kunnen hebben. Dat lijkt mij geen goede
manier om verspreiding tegen te gaan.

Ik las dat er 20 miljard beschikbaar is voor innovatieve ideeën die op de lange
termijn ook nog eens geld kunnen opleveren. Mijn voorstel is dat geld te besteden
aan het stopzetten van de marktwerking in de zorg. In plaats van duizenden
thuiszorgorganisaties weer gewoon het Groene Kruis boven de grote rivieren en
het Gele Kruis beneden de rivieren. Eén grote organisatie met een consistent
beleid voor geestelijke gezondheidszorg en stoppen met financiering van al die
cowboys met wie je op kosten van de staat naar Zuid-Afrika kunt om af te
kicken van je drugsverslaving.

Het enige waar je dan nog iets voor moet bedenken is een kliniek waar al die
cowboys zelf kunnen afkicken van hun geldverslaving. Ik zou zeggen: een
flinke eigen bijdrage.

  1. pjotr (reply)

    8 september 2020 at 17:40

    Een hééél goed idee!

  2. Eef (reply)

    9 september 2020 at 22:05

    Had allang moeten gebeuren. Sterker nog: de marktwerking had nooit ingevoerd mogen worden.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Glow komt naar je toe dit najaar . . . 6 september 2020

Glow komt naar je toe dit najaar. En weinig kans dat we dat kunnen tegenhouden.
Van mij mogen ze. Ik vind het leuk.

Wat is er aan de hand? Glow heeft een probleem. Het lichtfestival in Eindhoven
trekt jaarlijks drommen mensen. Dat kan niet meer in een anderhalve meter
maatschappij.

Nou kon dat voor die tijd ook al niet. De allereerste keer dat ik naar Glow ging
kon je nog ontspannen langs al die prachtig uitgelichte gebouwen lopen. Dat
duurde niet lang. Het succesverhaal van Glow ging de wereld over. Tienduizenden
mensen wrongen zich een paar jaar later door de straten van Eindhoven. Na één
keer zo’n helletocht vond ik het welletjes en heb ik het festival gemeden.

De organisatie zag zelf ook in dat ze een probleem had en er werden looproutes
en eenrichtingverkeer ingesteld.

Dit jaar is zelfs dat niet mogelijk. Glow zoekt nu naar alternatieven. Je kunt
namelijk ook een route bedenken waarbij de bezienswaardigheden niet allemaal
binnen een straal van één kilometer liggen. Objecten genoeg in de stad. Laten
wij nou in een ‘torenflat’ aan de rand van de stad wonen. Dus hangt er bij ons in
de lift een brief waarin ons wordt gevraagd of wij het leuk zouden vinden dat
ook ons appartementencomplex wordt uitgelicht.

Terwijl iedereen weet dat gebouwen als het onze in trek zijn bij expats en je
dus niet alleen in het Nederlands maar minstens ook in het Engels moet
communiceren (onze VVE doet dat) heeft Glow alleen een Nederlandstalig briefje
opgehangen. Ondanks de internationale uitstraling van het festival (Glow!)
denken ze schijnbaar dat er in Stratum alleen Eindhovuuhs wordt gesproken.
Niet dus.

Je kunt achter het nummer van je appartement aangeven wat je wilt.
Er zijn drie opties: Voor mij hoeft het niet; Maakt mij niet uit; Dat vindt (!)
ik leuk.   Iemand heeft overigens die t doorgestreept.

De optie dat je niet een week lang licht op het gebouw wilt staat er niet bij.

De meeste bewoners hebben inmiddels ingevuld dat ze het leuk vinden.
Wij ook, want het zou toch fantastisch zijn als ons gebouw straks onderdeel
is van een vermaard internationaal lichtfestival. Bovendien, als dit een succes
wordt heb je kans dat het zo blijft. Als het festival verspreid wordt over de
stad kun je er beter van genieten dan wanneer je als haringen in een ton
probeert een glimp op te vangen van al die mooie lichtkunst.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Strooizout en sneeuwschuivers 1 september 2020

Bij het tankstation in onze wijk stonden vier emmers strooizout te koop.

“Waarom verkopen jullie nu strooizout?” vroeg ik aan de dame achter de kassa.

Ze hief haar handen ten hemel. “Geen idee, ”zei ze. Volgens haar waren die
emmers een overblijfsel van de vorige winter die geen winter wilde worden.
Daardoor konden ze toen het strooizout aan de straatstenen niet kwijt kon.

“Het is net als met de pepernoten die ik vanmiddag in de supermarkt zag
liggen,” zei ik. Verkeerde seizoen.

Nooit, zei ze, maar dan ook nooit zou zij nu al pepernoten verkopen. Dat vond ze
echt zo belachelijk. November, eerder zouden haar klanten geen pepernoten in
de tankshop vinden. Ik had een gevoelige snaar geraakt.

En dan nog zouden er alleen de echte Friese pepernoten in de schappen komen.
Die neppe dingen ging zij echt niet verkopen. Friese pepernoten smaakten naar
taai-taai. Ze zijn hard maar smelten in de mond. En ze hebben een anijssmaak.
En ze zijn vierkant.

Ik had er nooit van gehoord, van Friese pepernoten.

“Ik kan niet wachten tot het november is. Wat mij betreft mag u ze nu al
verkopen,” zei ik.

“Geen sprake van,”, zei ze. “Ik heb wel iets anders in de aanbieding. Gisteren zijn
de sneeuwschuivers aangekomen.”

We lachten, wensten elkaar een fijne dag en gingen elk ons weegs. Terwijl ik op de
A50 mijn nieuwe portie brandstof verstookte bedacht ik in welke spagaat die
mevrouw van het tankstation eigenlijk zat. Door de verkoop van steeds meer benzine
en diesel zou er maar zo een moment kunnen komen dat ze voorgoed met de
voorraad zout en sneeuwschuivers zou blijven zitten.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Compensatie voor de thuiswerkers? 31 augustus 2020

Mijn vrouw stond voor haar rek met zomerkleding. Nederland was zojuist overvallen
door de herfst. “Ik heb er deze zomer bijna niks van aan gehad”, verzuchtte ze.

Het rek bevat een keur aan fraaie blouses, giletjes en lichte colberts. Mooie
kledingstukken die ze draagt naar kantoor of als reisleidster. Kantoor is al maanden
thuis en het reizen ligt zo goed als stil.

Thuis draagt ze al die mooie dingen niet. Waarom zou ze? De kat ziet sowieso
liever dat ze een flodderbroek aan heeft, want dan mag hij op schoot.

Tijdens de Musico-reis die ze afgelopen week begeleidde kon ze weer iets
moois aan. Het bleek dat een aantal van de reizigers precies hetzelfde had. Ze waren
niet alleen blij dat ze weer een paar dagen kunst en cultuur konden snuiven maar
ook dat ze hun mooie kleren weer aankonden.

Gisteravond tijdens een etentje in de stad vertelde mijn vrouw dat ze geld overhoudt
omdat ze ook geen nieuwe kleren heeft hoeven kopen. En omdat zij als ambtenaar
waarschijnlijk nog tot 1 januari niet naar kantoor mag, is de kans groot dat
ook de wintergarderobe niet zal slijten.

De vakbonden hebben laten weten dat zij vinden dat werknemers gecompenseerd
moeten worden voor het thuiswerk. Immers, de koffie is nu voor eigen rekening,
de stroomrekening loopt op en de thuiswerkers draaien er meer WC-papier door.

Ik ben al een half mensenleven lang lid van een vakbond. Niet omdat ik zo’n
vakbondsman ben, ik vind het een vorm van solidariteit. Dus ik vraag me af of ze
nu niet een beetje op z’n vakbonds doordraaien?

Want hoe zit dat dan met de vaste reiskostenvergoeding die veel mensen krijgen
en die volgens mij gewoon doorloopt terwijl ze de deur niet uitkomen. Hoe
verrekenen ze de peperdure bluetooth-koptelefoons die sommige ambtenaren
hebben gekregen om online te kunnen vergaderen. Om nog maar niet te spreken
over de bedragen die thuiswerkers in hun zak houden omdat ze hun zomergaderobe
niet hebben hoeven aanvullen en die voorkomen dat de ze aan de bedelstaf raken.
En laten we vooral niet die mensen die in het begin van de crisistijd kapitalen
aan WC-papier hebben uitgegeven als maatstaf nemen.

Tja, dat zijn zo van die dingen waar je als vakbond en werkgever een stevig
robbertje over kunt vechten. Gelukkig kunnen treinconducteurs en machinisten
niet thuiswerken en dragen ze een uniform, anders lag het treinverkeer vast
alweer plat.

  1. Micheline (reply)

    6 september 2020 at 17:51

    Mijn / onze reiskostenvergoeding is stopgezet en er is geen thuiswerkvergoeding. Ik ga wel extra stookkosten krijgen en ik heb wat zaken aangeschaft die het thuiswerken gemakkelijker maken, zoals een extra monitor. En mijn auto, aangeschaft voor werk, staat nu ook redelijk werkeloos voor de deur maar kost me wel geld. En nee, ik heb geen peperdure Bluetooth-koptelefoon aangeschaft en al helemaal niet vergoed gekregen :-). Ik klaag niet hoor maar die extra kosten zijn er wel degelijk.
    En ja, ook ik zou liever meer van mijn garderobe gebruiken dan nu…

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Mijn unheimische gevoel bij de nertsenfokkerij 28 augustus 2020

Als ik één tak van de agrarische sector wantrouw dan is het de nertsenhouderij.
Kijk, dat je dieren houdt om het voedsel, dat begrijp ik nog wel (sorry veganisten,
maar ik denk anders). Maar dat je dieren houdt voor madammen in een bontjas
dat gaat er bij mij niet in.

Vroeger werd er wel eens een beer omgelegd omdat de naakte mens bedekking nodig
had om zich tegen de kou te beschermen.  Een vijgenblad volstond in de zonnige
Hof van Eden maar daarbuiten niet.

Maar sinds we zover zijn gekomen dat we zelfs het bont van willekeurig welk
knuffeldier perfect na kunnen maken zonder bloedvergieten ontgaat mij het nut
van nertsenfokkerijen.

Jaren geleden kwam heel Nederland tot dat inzicht en werd besloten dat de
nertsenfokkerij in de ban ging. Nederland zou Nederland niet zijn als we de
nertsenfokkers niet een langzame en humane sterfhuisconstructie hadden
aangeboden. Ze kregen tot 2024 om nieuw emplooi te vinden.

Wat mij indertijd hogelijk verbaasde was dat er in plaats van omscholing nog
steeds nieuwe fokkerijen bij kwamen. Iemand die ik goed ken en die de wereld
van de nertsenfokkerijen goed kent legde het mij als volgt uit: de grote fokkerijen
verhuisden naar het voormalige Oostblok waar ze megastallen bouwden.
Vervolgens zoeken ze in Nederland de mazen van wet en pakken ze in 2024 de
oprotpremie mee. Win-win. Extra win omdat het bont vooral naar landen gaat
waar het nog wel vriest en die liggen nou eenmaal oostelijker dan ons eigen land.
Minder transportkosten dus.

Althans zo deden een paar nertsenfokkers uit Oost-Brabant het. Die verdienden zo
veel met deze move dat ze met hun centen in het vastgoed konden gaan en dat is nog
lucratiever.

Nu wordt het ene na het andere nertsenbedrijf getroffen door corona. Eindelijk
heeft de minister besloten dat ze worden geruimd. Er gaat nu weer een smak
geld naar mensen die de vrouwen van Russische oligarchen in het bont steken.

Ik heb bij de nertsenfokkerij altijd een unheimisch gevoel gehad. Niet alleen vanwege
het dierenwelzijn, maar ook vanwege de fokkers. Ik heb dat wel eens tegen een
bestuurslid van de vakgroep gezegd. Hij vond dat mijn beeld ten onrechte werd
bepaald door die mensen die ik hiervoor als voorbeeld noemde en van wie hij ook
vond dat ze de sector een slechte naam bezorgen.

Het zal best, maar ik blijf het vreemd vinden dat alleen de nertsen besmet raken.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Een baken in de wereld van woest geschreeuw 27 augustus 2020

Er zijn dingen die mij kunnen ontroeren. Zelfs tot tranen toe. Er zijn mensen van wie
ik blij word omdat ze anders zijn dan die schreeuwers over wie ik dagelijks lees in de
krant of op social media. Lees dat dan niet hoor ik u denken. Voorlopig vind ik dat ik daar
beroepshalve kennis van moet nemen.

Zuster Agnes is zo iemand. Ik heb haar woensdag voor de tweede keer ontmoet. Ze is
de overste van het klooster in Schijndel. Als daar een item moet worden gemaakt ga ik
zelf mee. Gewoon omdat het kan en omdat het zo’n mooie, serene plek is. En de
tweede keer vanwege zuster Agnes.

Dit keer ging het er over dat de zusters om financiële redenen een deel van hun appartementen
moeten verhuren aan een zorginstelling. Voor het eerst in de geschiedenis van het oude
klooster komen er niet-religieuzen en zelfs mannen onder hetzelfde dak wonen.
Voorwaar een nieuwsfeit in een dorp.

Zuster Agnes zwaait de scepter en vertelde ons wat dit betekent. De opgewektheid van de
tachtigjarige zuster – die je geen dag ouder dan zestig zou geven – werkte aanstekelijk
op de hele groep aanwezigen. Ze vond het spannend dat de levenssfeer binnen de veilige
muren van het klooster gaat veranderen en dat zelfs misschien wel kleinkinderen van de
nieuwe bewoners door de gangen gaan rennen. Haar ogen straalden uit dat ze zich daar
misschien wel een beetje op verheugde.

Haar rust, haar twijfel, haar openheid, alles straalde vertrouwen uit in een nieuwe toekomst
die haar als oudere vrouw en leidster van het klooster te wachten stond. We zaten tegenover
een religieuze vrouw van de wereld die kansen zag in plaats van problemen. Een Zuster
van Liefde zoals het bedoeld is. Een baken in de wereld van woest geschreeuw.
Dat ontroert me.

 

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Elkaar verketteren zit in het dna van het CDA 26 augustus 2020

Ik heb het CDA geboren zien worden. Het was in de tijd dat ik in de Gelderse Vallei
als jongste verslaggever achter in zaaltjes zat waar geestelijk vader Piet Steenkamp de
mannenbroeders van CHU en ARP en de afvalligen van de KVP probeerde te overtuigen
van de noodzaak om één christelijk bolwerk te maken. In elk zaaltje galmde het woord
rentmeesterschap. Het CDA had een missie: red de schepping.

In het gebied waar ik werkte werd nog jaren in de gemeenteraden een bloedgroepenstrijd
gevoerd. Vooral door CHU en ARP want de KVP speelde in dat gebied een marginale rol.
De mannen, vrouwen in de politiek waren toen in die kringen een zeldzaamheid,
rolden soms vechtend over straat.

Rentmeesterschap en bloedgroepen zijn twee woorden die voor mij onlosmakelijk met
het CDA verbonden zijn.

We zijn decennia verder. Het aantal christenen dat uit overtuiging op een christelijke
partij stemt moet je met een lampje zoeken. Democratie is tegenwoordig wie het hardste
roept op social media. Het rentmeesterschap is door het CDA in handen gegeven van
boeren die door veevoederbedrijven, grootgrutters en politiek in voortdurende staat van
vertwijfeling en woede worden gemanoeuvreerd.

Ik heb het in het verleden vaak op lokaal niveau mis zien gaan met het CDA. De eerste
keer dat de partij zichzelf landelijk zodanig te kakken zette was tijdens het befaamde
congres. Bij de meeste mensen zit de losgeslagen burgemeester van Barneveld (waar ik
de geboorte van de partij meemaakte) in het geheugen. Mijn beeld van die vergadering
wordt bepaald door Camiel Eurlings, die tot tranen toe zijn politiek vader Maxime
Verhagen de hemel in prees.

De afgelopen jaren zag ik het CDA in Brabant de ene rare bokkensprong na de andere maken.
Er waren momenten dat ik dacht dat de fractie in Provinciale Staten volledig van het pad
af was. Uiteindelijk ging de partij samen met Forum voor Democratie en zag je opnieuw
een tweespalt. Landelijk voorzitter Rutger Ploum hield zich afzijdig. Pas toen de zaak
beklonken was zei hij dat hij landelijk nooit met Forum zou samenwerken. Met zo’n
vriend heb je geen vijand meer nodig.

Nu is er landelijk gedoe om de lijsttrekkersverkiezing. Opnieuw zie je een partij in verwarring.
Je kunt je daar suf op analyseren. Ik grijp vaak terug op de tijd van de zaaltjes met Piet
Steenkamp. Daar verketterden de fusiepartners elkaar al. Het zit in het DNA.

  1. Ximaar (reply)

    26 augustus 2020 at 10:45

    Ik ben er nog altijd voor om religie en politiek gescheiden te houden. Zal daarom nooit op het CDA stemmen. Hirsch Ballin en Omtzigt vond/vind ik tot nog toe de meest acceptabele. Eurlings zou ik naar een psychiater sturen. Vaak zijn het ook mensen waarbij de macht bovenaan staat, wat ik vrij onchristelijk vind.

  2. Laurent (reply)

    26 augustus 2020 at 23:38

    Ik vergeef het het CDA en de VVD nooit meer dat ze bereid waren een – weliswaar niet-officiële – coalitie met de PVV te vormen. Ze zijn gewoon bereid rechts-extremisme te faciliteren.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Positief kritisch samenwerken is de beste tactiek 24 augustus 2020

In februari werden wij geconfronteerd met iets dat we niet eerder hadden meegemaakt:
het coronavirus. We wisten ons geen raad en we legden ons lot in handen van onze
volksvertegenwoordigers en de door hen uitgenodigde wetenschappers. Dat leidde
tot een intelligente lockdown. Hulde viel hen ten deel omdat we niet werden opgehokt.

Verpleegkundigen vochten tegen een onzichtbare vijand, dat maakte ons onzeker en
zoals dat al sinds mensenheugenis gaat klampen we ons dan vast aan een hogere macht.
Lang geleden noemden we dat god.

Een god is abstract dus je hebt duiders nodig. Mensen die weten wat een god wil.
Voor veel mensen in onzekerheid zijn duiders een strohalm, ongeacht hun preek.
Voor predikers zijn veel volgelingen belangrijk. De macht van het getal, maar vooral
de macht.

In de afgelopen maanden was er weer die angst en weer stonden er duiders op. Omdat
je anno 2020 niet meer met een god hoeft aan te komen, ontwikkelden ze complottheorieën.
Lieden die niet het geestelijke vermogen hebben zelf na te denken haakten daar gretig bij
aan. Het is in de geschiedenis vaker voorgekomen dat geloofsgenootschappen werden
gestoeld op radelozen.

Ondertussen werkten de maatregelen van onze volksvertegenwoordigers. De teugels
werden gevierd.

De meeste mensen maakten voorzichtig gebruik van hun nieuwe vrijheden. De labielen
echter stormden uit hun holen om in groepsverband hun evangelie te verspreiden. Bijkomend
voordeel was dat ze even de benen konden strekken in de richting van politieagenten. Ze waren
blind voor de risico’s. Ook dat is kenmerkend voor evangelisatiedrang. Geloofsextremisten
zijn zo overtuigd van hun eigen gelijk dat ze onschuldige slachtoffers beschouwen als
collateral damage.

Er kwamen ook scheurtjes in het vertrouwen dat meer weldenkende mensen hadden in
volksvertegenwoordigers en wetenschappers. In zo’n ingewikkeld proces als de bestrijding
van een onzichtbare vijand komen er gaandeweg nieuwe inzichten die allemaal een
spoor van achteraf achter zich aan slepen.

Natuurlijk kun je achteraf zeggen dat beleidsmakers fouten hebben gemaakt, maar misschien
kwam dat wel omdat de situatie zo uniek is dat we geen enkel referentiekader hebben.
Per saldo ging het pas echt mis toen zij de verantwoordelijkheid bij het volk legden.

Ik denk dat we heel eerlijk moeten zijn: er komen problemen op de mensheid af die ons
verstand te boven gaan. Dan is positief-kritisch samenwerken met de mensen die door ons
zijn gekozen om  knopen door te hakken volgens mij de beste tactiek. Gelukkig doen
veel mensen dat.

  1. Irene (reply)

    24 augustus 2020 at 10:28

    Dit is tenminste een positief-kritische analyse. Nu nog de vraag hoe de nieuwe geloofsextremisten het hoofd te bieden …

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Opsluiten die mafkezen van viruswaarheid 20 augustus 2020

Ik heb in mijn leven wel eens mensen op hun ziel gestaan. Als ik driftig ben zeg ik wel
eens dingen waar ik later spijt van heb. Ik ben ook goed in het bijleggen van dit soort
ruzies. Ze zijn nooit persoonlijk, maar altijd zakelijk. Ik kan makkelijk iemand uitfoeteren
en er een uur later een biertje mee drinken. Haatdragend ben ik niet. Eigenlijk heb
ik ook aan niemand een hekel.

Omdat mijn vak mij heeft geleerd dat woorden die zwart op wit staan driedubbel
binnenkomen druk ik me schrijvend altijd netjes uit. Ik denk meestal drie keer na
voor ik iets tweet.

Maar na het zien van die mensen van viruswaarheid die vandaag in Den Haag hebben
gedemonstreerd tegen  de coronamaatregelen ben ik geneigd al mijn goede
voornemens te laten varen.

We hebben een enorm probleem dat corona heet. Het virus heeft complete gezinnen
verwoest. Mensen die het hebben overleefd zullen nog lang last hebben. Verplegend
personeel heeft zich kapot gewerkt. Politiemensen draaien overuren. De maatregelen
leken te helpen, totdat de regering de teugels liet vieren en die mafkezen van viruswaarheid
toestemming kregen de straat op te gaan.

Het gevolg is dat het aantal besmettingen toeneemt en het erop lijkt dat het einde nog
lang niet in zicht is. In plaats van door te pakken hebben we een kabinet dat het liberalisme
hoog in het vaandel heeft en dat vindt dat die losgeslagen types die zich vandaag in
Den Haag hebben misdragen dat recht hebben.

Ik ben er voor dat die gasten van viruswaarheid allemaal opgesloten worden achter een
heel groot hek.  Het liefst in zo’n kleine ruimte dat ze lekker tegen elkaar aan plakken,
want dat schijnen ze  fijn te vinden. Ze worden pas losgelaten als er een vaccin is dat
verplicht met de groots mogelijke naald in hun donder wordt gespoten. Daarna betalen
ze de rekening voor kost en inwoning (dat laatste zal niet zo veel zijn als je ze dicht tegen
elkaar zet in een kleine ruimte) en als ze het hek uit lopen geef je een zo’n enorme stamp
onder hun achterste dat ze twee dagen niet kunnen zitten.

Nou, dat lijkt me wel voldoende driftige taal voor de komende tien jaar.

 

  1. Irene (reply)

    21 augustus 2020 at 14:40

    Hè lekker, dat lucht op hè 😉

  2. Eef (reply)

    21 augustus 2020 at 22:19

    Wat heb ik je schrijfsels ontzettend verwaarloosd. Een half jaar geleden las ik alles wat jij opschreef. Soms vond ik het leuk, soms irritant, dan weer interessant. Maar altijd de moeite waard.
    Ik ga mijn leven beteren.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Rode schoenen 19 augustus 2020

In mijn jeugd hadden wij telkens één paar schoenen. Bruin of zwart. Bruin met bruine
veters, zwart met zwarte veters. Schoeisel en kleding waren in ons gezin artikelen om
droog, warm en zedelijk te blijven. Om misverstanden te voorkomen: wij waren niet arm en
zagen er altijd keurig uit.

Mijn vader had weinig kleren nodig. Hij droeg meestal het postuniform. Mijn moeder
droeg over haar jurk altijd een schort.

Ik heb een half leven lang telkens maar één paar schoenen gehad: bruin of zwart. Toen ik
Marlies leerde kennen bracht zij een bruidsschat van 52 paar schoenen mee. Daar zaten
wel wat exemplaren bij die ze alleen tijdens opera’s en operettes had gedragen.

Ikzelf bleef eenvoudig, zij het dat ik mijn collectie uitbreidde tot één paar zwarte- én één paar
bruine schoenen. Marlies had mij namelijk ingewijd in de wereld van ton sur ton. Toen ik zei
dat het juist heel modieus was bruine schoenen onder een blauw pak te dragen, lachte ze me
hartelijk uit. Dat was voor aalgladde makelaars, niet voor haar persmuskiet.

Twee paar schoenen, dat voelde luxe.

Ik weet niet hoe het kwam maar een paar jaar geleden – volgens mij was ik op weg naar de
zestig en er van overtuigd dat ik absoluut geen motor durfde te rijden– kocht ik opeens
bruine schoenen met rode veters en zwarte schoenen met gele veters. Enthousiast aangevuurd
door mijn lief, die jaren tevergeefs had geprobeerd mij te verlossen van mijn gedachte dat
soberheid de maat der dingen is.

De eerste reacties van mensen op mijn nieuwe schoenen, meer bepaald de veters, waren positief.
Mensen vonden het leuk. Ik viel positief op maar hoorde in mijn achterhoofd wel de stem van
wijlen mijn moeder: Kijk daar, kijk daar. Wie gaat daar nou mee lopen. Hé niet zo
opvallend kijken . . . . .

Aangemoedigd door de reacties op mijn veters begon ik opzichtiger hemden te kopen. Ik kwam
allerlei bijzondere T-shirts tegen die mijn begeerte wekten. En op een dag kocht ik blauwe schoenen
met witte stippen (of andersom). Ik kreeg complimenten en verbaasde blikken. Jij?? Ik kocht
nog gekkere schoenen. En T-shirts met nog opvallender en exclusiever design.

Een paar maanden geleden kwam ik een paar rode schoenen tegen waar ik op slag verliefd op
werd. Ik kon de verleiding niet weerstaan. Een paar weken na de aanschaf droeg ik ze naar
een vergadering in het provinciehuis. Een woordvoerder maakte er een foto van en twitterde die
rond met de opmerking dat mijn schoenen by far het meest interessante op deze loodzware
politieke dag waren.

Deze week maakte ik samen met een cameraman een itempie in een kringloopwinkel. Ik had
mijn rode schoenen aan. De ene na de andere oudere dame die tussen de spullen snuffelde op
zoek naar een koopje, hield daar onmiddellijk mee op om zich vervolgens te vergapen aan mijn
schoenen. Het regende complimenten. Ik werd er een beetje verlegen van. Ik werd ook
vergeleken met minister Hugo de Jonge van wie sommige mensen wel weten dat hij extravagante
schoenen draagt maar van wie ze geen idee hebben in welke richting hij daarmee loopt.

Het waren dames zoals mijn moeder nu zou zijn geweest en ik dacht opeens: misschien zou
zij deze schoenen nu ook wel mooi gevonden hebben. Misschien waren zulke schoenen in mijn
jeugd reden om achter de hand te fluisteren, maar zou mijn moeder meegegroeid zijn met de
tijd en zou ze mij nu ook gecomplimenteerd hebben. De herinnering aan mijn moeder is
bevroren in een vorige eeuw. Ik kan mijn rode schoenen niet meer aan haar laten zien, maar
ik denk eigenlijk dat ze het anno 2020 leuke schoenen zou hebben gevonden.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *